Btw-boetes: vermindering of kwijtschelding enkel mogelijk op uitdrukkelijk verzoek?
Er bestaan twee mogelijkheden om btw-boetes te verzachten:
- KB nr. 41 van 30 januari 1987: legt boetes vast per overtreding en is bindend voor fiscus en rechter; hierin is geen ruimte voor beoordeling op billijkheid.
- Regentsbesluit van 1831: laat toe om boetes te herleiden of kwijt te schelden op basis van opportuniteitsoverwegingen, zelfs onder het wettelijk minimum, mits uitdrukkelijk verzoek aan de minister.
Hoewel het Grondwettelijk Hof erkent dat rechters dezelfde bevoegdheden hebben als de fiscus, was de rechtspraak verdeeld over de vraag of de rechter het Regentsbesluit ook ambtshalve mocht toepassen. De Nederlandstalige kamer van Cassatie stond dit toe, de Franstalige niet. Het arrest van 25 april 2025 beslecht dit meningsverschil definitief in het voordeel van de Franstalige visie: zonder voorafgaand verzoek is de rechter niet bevoegd om een wettelijk bepaalde boete te verminderen, ook niet op grond van artikel 6.1 EVRM (recht op een eerlijk proces).
Praktische gevolgen voor belastingplichtigen
Wie een boete wil laten verminderen, moet tijdens de bezwaarprocedure (de zgn. ‘willige’ fase) reeds een ondergeschikt verzoek op basis van het Regentsbesluit formuleren. Daarmee wordt de deur opengehouden voor een latere gerechtelijke toetsing van een eventuele weigering door de minister. Anders is de rechter gebonden aan het wettelijk boetetarief en kan hij de sanctie niet herleiden.
In sommige gevallen kan dit leiden tot een dubbele procedure: eerst een gerechtelijke procedure over de grond van de zaak, daarna (bij verlies) een verzoek aan de minister om boetevermindering, en eventueel opnieuw een rechterlijke toetsing van dat ministerieel besluit.
Wat zijn dan de praktische consequenties? In principe komt het er inzake btw nu op aan om al tijdens de bezwaarprocedure (een ‘willige’ procedure in de btw) het Regentsbesluit in te roepen voor het geval de fiscus voet bij stuk houdt wat de grond van de zaak betreft. Zo stelt men de kans veilig om de boete in een latere fase nog te laten kwijtschelden door de rechter (of verminderen tot onder de wettelijke barema's). Het lijkt echter niet uitgesloten dat twee opeenvolgende gerechtelijke procedures gevoerd worden: eerst een discussie ten gronde voor de rechter, vervolgens (als men ongelijk krijgt) de minister vragen om kwijtschelding van de boete op basis van het Regentsbesluit, en ten slotte een tweede keer naar de rechter stappen, alleen voor de boete, als de minister weigert.