Een woning in de vennootschap, kan dit nog?

Het argument dat bij latere verkoop van de woning een belastbare meerwaarde gerealiseerd kan worden, volstaat op zich waarschijnlijk niet meer om de aftrek van de woning binnen een vennootschap te verantwoorden. Men moet de intentie, de bedoeling hebben om een meerwaarde te verwezenlijken. Aftrek van kosten op basis van een latere meerwaarde is dus alleen mogelijk als van bij het begin de bedoeling erin bestaat om met die woning een meerwaarde na te streven.

Men moet een beleggingsintentie hebben en die kan je op papier zetten. Maar belangrijker is die bedoeling uit de feitelijke omstandigheden af te leiden zoals: het feit dat de vennootschap uitsluitend eigen middelen belegt en dus geen beroep doet op schuldfinanciering, de ligging van het pand op een plaats waar volgens unanieme marktdeskundigen steeds een aanzienlijke waardestijging te verwachten valt, waarderingsverslagen waaruit blijkt dat het een verstandige belegging was,… . Uiteraard blijft een tijdige notulering van het oogmerk van investeringen i.v.m. activa van aanzienlijke waarde door het bestuursorgaan de veiligste manier om achteraf betwistingen te vermijden.