Eén bedrijfsleider kan niet meer 2 auto’s aftrekken?

Indien een vennootschap verschillende auto’s ter beschikking stelt aan haar bedrijfsleider, kan de fiscus de aftrek van deze autokosten met een kritische blik bekijken. De aftrek staat natuurlijk niet ter discussie als de auto gebruikt wordt voor beroepsmatige verplaatsingen en dus rechtstreeks ten goede komt aan de activiteiten van de vennootschap.

Maar als de fiscus de indruk heeft dat de auto uitsluitend privé gebruikt wordt, ligt het blijkbaar moeilijker.

De minister treedt nu de fiscus bij in zijn antwoord op de vraag naar de kostenaftrek in gevallen waarin een vennootschap met één werkende vennoot, meerdere auto’s koopt of leaset. Hij verwijst hierbij naar de rechtspraak van het Hof van Cassatie, met betrekking tot woningen. Om kosten te kunnen aftrekken, moet een vennootschap kunnen aantonen dat de terbeschikkingstelling van de woning specifiek bedoeld was om de bedrijfsleider te bezoldigen. De woning moet m.a.w. deel uitmaken van de bezoldigingspolitiek van de vennootschap.

De minister gaat er niet verder op in, maar op papier maakt het in die redenering niet uit of de bedrijfsleider nu één of twee (of meer) wagens ter beschikking heeft. Eigenlijk is het enige criterium of de auto gebruikt wordt voor de activiteit van de vennootschap. Is dat niet het geval, met name bij (louter) privégebruik, dan komen wij terecht bij de visie van het Hof van Cassatie.

Het komt er dus vooral op aan goed voorbereid te zijn op een eventuele discussie met de fiscus daar waar een bedrijfsleider een praktische auto met een grote laadruimte gebruikt om de producten van de vennootschap te vervoeren maar voor zakelijke contacten de voorkeur geeft aan een representatiever model.