Kan de fiscus een administratieve boete en een belastingverhoging opleggen?

Een belastingplichtige dient voor een bepaald aanslagjaar geen belastingaangifte in binnen de wettelijke termijn. De fiscus stuurt haar dan een brief waarin hij haar de kans biedt om binnen de 14 dagen alsnog een aangifte in te dienen zonder sancties. Twee maanden nadien heeft de fiscus de aangifte nog niet ontvangen en kondigt hij aan een boete van € 1.250,00 te zullen opleggen. In de derde maand dient de belastingplichtige een aangifte in.

De fiscus vestigt na 5 maanden de administratieve geldboete in. De belastingplichtige betaalt deze boete. Na 12 maanden vestigt de fiscus een aanslag van ambtswege met een belastingverhoging van 10% wegens laattijdige indiening van de aangifte. Die belastingverhoging wordt wel door de belastingplichtige betwist.

In een arrest van het Hof van Beroep te Gent van mei 2021 geeft de rechter de vrouw gelijk. Een rechter moet immers nagaan of administratieve straffen verzoenbaar zijn met de mensenrechten en in het bijzonder of ze evenredig zijn met de inbreuk, rekening houdend met de concrete omstandigheden. In deze zaak werd de aangifte alsnog ingediend en was de verschuldigde belasting al voor 85% betaald via de bedrijfsvoorheffing, bewijst de fiscus geen te kwader trouw en werden er nooit eerdere inbreuken gepleegd. In deze omstandigheden werd de belastingverhoging kwijtgescholden wegens onevenredigheid met de aard en de ernst van de begane inbreuk die al gepast gestraft werd met het opleggen van een boete van € 1.250,00.

Geen enkele wetsbepaling verbiedt beide sancties, maar in de praktijk blijken rechters meestal de gelijktijdige toepassing van beide sancties onterecht te vinden, zeker als er geen sprake is van te kwader trouw.