Meerwaardebelasting kan pensioenspaarder duizenden euro’s kosten?

De verwarring over pensioensparen illustreert perfect hoe politieke onzekerheid het vertrouwen ondermijnt. Mensen die dertig of veertig jaar vooruit moeten plannen voor hun pensioen moeten kunnen rekenen op stabiele spelregels. Als de overheid zich niet kan vastpinnen op duidelijke afspraken, wordt pensioensparen een gok op de goodwill van toekomstige regeringen. Dat ondermijnt niet alleen de individuele pensioenplanning, maar ook weer het bredere vertrouwen in de overheid als betrouwbare partner voor lange termijn engagementen.

België heeft veel troeven, maar die worden tenietgedaan als we een reputatie krijgen als een onvoorspelbare belastingjurisdictie. In plaats van constant nieuwe belastingen te bedenken focussen beleidsmakers beter op de creatie van een stabiel en voorspelbaar klimaat waarin iedereen met vertrouwen kan investeren.

De impact van een mogelijke meerwaardebelasting op individueel pensioensparen zal verschillen van persoon tot persoon maar wij illustreren aan de hand van een voorbeeld.

Wij gaan uit van een 22-jarige die vandaag begint met pensioensparen via een fonds en dat doet tot zijn 64ste. Hij stort elk jaar het maximale bedrag van het eerste plafond, zijnde € 1.050,00, wat hem een belastingbesparing oplevert van 30%. Stel dat het fonds jaarlijks 5% rendement oplevert, dan zal die werknemer als hij/zij 65 is een kapitaal van € 146.225,00 hebben opgebouwd. Daarvan is al de eindbelasting van 8% (€ 8.952,00) afgehouden die op 60-jarige leeftijd moet worden betaald.

Stel dat er op 65-jarige leeftijd bij uitbetaling ook nog een meerwaardebelasting bijkomt. Om die meerwaarde te bepalen wordt het opgebouwde kapitaal verminderd met de stortingen. Zonder inflatie bedragen de gedane stortingen € 45.150,00 (€ 1.050,00 x 43 jaar) en bedraagt de meerwaarde € 101.075,00 (€ 146.225,00 – € 45.150,00). Rekening houdend met een niet-geïndexeerde vrijstelling van € 10.000,00 meerwaarde betekent dat € 91.075,00 belast wordt. Dat komt dan neer op een meerwaardebelasting van € 9.108,00 (10% x € 91.075,00). Die belasting komt boven op de taks van 8% (€ 8.952,00) die betaald werd toen hij/zij 60 werd.

Om de meerwaardebelasting te beperken kan de pensioenspaarder gelukkig zijn kapitaal gespreid opnemen. Door de opvraging over meerdere jaren te spreiden, zouden ze een groter deel van de meerwaarde kunnen vrijstellen omdat de vrijstelling jaarlijks gegeven wordt.

Toch is duidelijk dat de financiële impact voor de pensioenspaarder belangrijk kan zijn, zeker als ook het aanvullend pensioen bij de werkgever onder de meerwaardebelasting zou vallen. Dat kapitaal wordt doorgaans in één keer uitbetaald.

Wij gaan ervan uit dat Rousseau een Trumpje wil doen en met deze retoriek een breekijzer zoekt om zijn zin te krijgen, in casu andere zaken in de onderhandeling over de meerwaardebelasting los te wrikken. Maar voor die andere zaken houden we nog meer ons hart vast.