Welke nieuwe (fiscale) regels gelden vanaf 1 januari 2021 tot 31 december 2021 voor verenigingswerkers?

Uw inkomsten uit het verenigingswerk worden voor 20% belast. Die 20% wordt berekend op de helft van de vergoeding. De overige 50% zijn aftrekbaar als netto forfaitaire kosten. Concreet betekent dit dat u maar voor 10% wordt belast. De vereniging betaalt ook nog 10% solidariteitsbijdrage.

Voldoet u niet aan de voorwaarden rond het verenigingswerk of hebt u meer inkomsten dan het jaarlijks vooropgestelde maximum, dan zullen de volledige inkomsten als beroepsinkomsten beschouwd worden.

Daarnaast moet u als verenigingswerker nog altijd een hoofdactiviteit uitoefenen als werknemer, zelfstandige of ambtenaar. Verder kan u voortaan alleen nog als verenigingswerker aan de slag binnen de sportsector.

Daarnaast zijn er een aantal wijzigingen, zoals:

  1. Voor de start van de overeenkomst moet u via een online platform, beheerd door de RSZ, een aanvraag inzake verenigingswerk indienen;

  2. Voortaan moet er ook na elke zes uur prestaties een rustpauze van minimum 15 min. worden ingelast. Daarom moet er bij de overeenkomst ook een uurrooster worden toegevoegd. Een andere nieuwigheid is de begrenzing van de arbeidsduur. Zo mag u als verenigingswerker op kwartaalbasis niet meer dan 50 uur per maand werken;

  3. Er moet voortaan een minimale vergoeding per uur toegekend worden van 5,10 euro (reeds geïndexeerd). Op jaarbasis mag u niet meer dan 6.390,00 euro (geïndexeerd 2021) verdienen.