Wordt er nu fors gesleuteld door de Programmawet aan het regime van de liquidatiereserve en aan het VVPR bis-regime?

De fiscale programmawet sleutelt grondig aan het regime van de liquidatiereserve. Het doel is een betere afstemming op het VVPRbis-stelsel. Zo wordt een oude rekenfout rechtgezet: de totale belastingdruk die eerder 13,64 % bedroeg, wordt nu effectief opgetrokken tot 15 %. Dit gebeurt door het RV-tarief na een wachttijd van drie jaar te verhogen van 5 % naar 6,5 %. Wie toch liever het lagere tarief van 5 % geniet, kan ervoor kiezen om vijf jaar te wachten. De datum van inwerkingtreding is nog niet definitief, al is 1 juli 2025 naar voren geschoven als eerste mogelijkheid.

De hervorming past in een bredere budgettaire context. Liquidatiereserves vertegenwoordigen jaarlijks miljarden euro’s. In 2021 werd al voor 9,15 miljard euro aan reserves aangelegd, wat vermoedelijk intussen tot boven de 10 miljard per jaar is gestegen. Door ondernemers aan te moedigen hun reserves sneller uit te keren, mikt de regering op een bijkomende opbrengst van circa 238 miljoen euro in 2025.

De fiscale hervorming heeft ook een inflatie-technisch voordeel. In tijden van hogere inflatie, vreet de wachttijd van vijf jaar immers een stuk van de reële waarde van de reserve op. Een snellere uitkering, zelfs aan 6,5 % RV, kan financieel gunstiger zijn dan vijf jaar wachten aan 5 %, zeker als men de middelen kan herbeleggen of schulden ermee kan aflossen.

Toch is voorzichtigheid geboden. Door het FIFO-principe moeten bij uitkering eerst de oudste reserves aangesproken worden. Wie nu de reserve van 2022 wil uitkeren aan 6,5 %, moet dus ook die van 2021 uitkeren. Wachten op het 5 %-tarief voor de oudste reserves kan logischer zijn als de termijn bijna om is. Bij niet-naleving van de minimale houdperiode dreigt een sanctie: het RV-tarief springt dan naar 30 %, met mogelijks de mogelijkheid tot recuperatie van de eerder betaalde 10 % heffing.

De hervorming wil enerzijds budgettaire opbrengst genereren, en anderzijds eenvoudiger, maar ook eerlijker maken ten opzichte van andere dividendregimes. Tegelijk zorgt ze voor nieuwe strategische overwegingen bij ondernemers, waarbij rendement, fiscaliteit en inflatie tegen elkaar moeten worden afgewogen.

Ook het VVPR bis-regime wordt bijgeschaafd. Zo wil men de mogelijkheid uit te keren aan 20% RV, beperken tot inbrengen die uiterlijk verricht worden op 31 december 2025.