Zijn de intresten van een lening voor een kapitaalvermindering of de uitkering van een dividend aftrekbaar?

Een holdingvennootschap sloot een lening af om een kapitaalvermindering en dividenduitkering te financieren. Volgens de fiscus zijn de interesten op die lening niet aftrekbaar. De rechter sprak zich hierover uit op 10 december 2024.

De administratie verwierp de interestaftrek. De lening diende volgens de fiscus niet om de werking van de vennootschap te ondersteunen, maar enkel om geld uit te keren aan de enige aandeelhouder, die het bedrag privé nodig had.

De rechter volgde het standpunt van de fiscus niet. De holding had volgens de rechter aangetoond dat de lening nodig was om belastbare inkomsten te behouden. Uit de jaarrekeningen bleek namelijk dat de vennootschap participaties in dochterbedrijven zou hebben moeten verkopen indien de lening niet was afgesloten. Die participaties waren de enige activa die inkomsten genereerden. Verkoop ervan zou hebben geleid tot een verlies aan belastbare inkomsten.

De rechter vond ook dat de fiscus ten onrechte focuste op het privégebruik van de uitgekeerde bedragen door de aandeelhouder. Het gebruik van de gelden door de aandeelhouder is niet relevant voor de fiscale beoordeling van de vennootschap, die een eigen rechtspersoonlijkheid heeft.

De interestaftrek werd aanvaard, maar dat is niet altijd het geval. Volgens artikel 49 WIB 92 zijn beroepskosten enkel aftrekbaar indien zij gedaan of gedragen werden om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden (finaliteitsvoorwaarde).

In principe is het niet verboden om interesten af te trekken op een lening die dient voor een kapitaalvermindering of dividenduitkering. De vennootschap moet echter kunnen aantonen dat die kosten een verband hebben met het behoud of de verkrijging van belastbare inkomsten.

In veel eerdere, gelijkaardige zaken werd dat bewijs niet aanvaard door diverse rechters.

Deze uitspraak is positief voor vennootschappen, vooral omdat het argument dat de lening een verkoop van inkomstenbronnen voorkwam, nu wel werd aanvaard, waar dit in het verleden vaak werd verworpen.

Het is positief dat de Rulingcommissie dit standpunt eerder ook al aanvaard heeft, maar overweeg een voorafgaande ruling aan te vragen voor het verkrijgen van fiscale zekerheid.

Dit arrest vormt nog geen algemene kentering in de rechtspraak. Elke zaak is anders, en het arrest kan nog worden vernietigd door het Hof van Cassatie.